De sport tennis wordt traditioneel gespeeld tussen 2 spelers, ook wel het enkelspel genoemd. Naast dit traditionele spel heb je ook het duo-spel, waar de spelers het in duos tegen elkaar opnemen, dit wordt ook wel het dubbelspel genoemd. In tennis zijn er geen restricties in tegen wie je het opneemt, je kunt dus tegen spelers van allerlei leeftijden spelen.
Tennis wordt, in tegenstelling tot andere sporten, op diverse ondergronden gespeeld. Lees hierover meer in ons artikel over de verschillende ondergronden van een tennisbaan. De afmetingen van een tennisveld zijn 23,77 meter lang bij 8,23 meter breed.
Binnen het veld heb je verschillende lijnen die gebruikt worden om aan te geven wat het speelveld is. Zo wordt bij een enkelspel de binnenste lijnen gebruikt en bij een dubbelspel de buitenste lijnen. Hierdoor heb je bij een enkelspel een kleiner speelveld ten opzichte van een dubbelspel.
Om een punt te scoren in tennis moet je de bal over het net slaan, als de bal over het net is mag de tegenstander de bal 1 keer laten stuiteren en moet deze daarna de bal terugslaan. Als de tegenstander de bal niet terugslaat of 2 keer laat stuiteren, heb jij het punt gewonnen.
Op het moment dat een speler het niet eens is met de beslissing van de umpire, kan deze beroep doen op de Hawk-eye. In ons artikel over hoe de hawk-eye werkt kan je hier meer informatie over vinden.
Hoe en wanneer mag je serveren?
Bij de start van een wedstrijd wordt er middels loting gekozen wie mag beginnen met serveren en wie welke kant kiest. Begin jij met serveren? Dan mag jij kiezen aan welke kant van jou helft van het veld je wilt beginnen.
Als je gaat serveren moet je met beide voeten achter de achterlijn staan. Per beurt wissel je van kant aan jouw helft van het veld. Aan het serveren zelf zitten weinig regels, wel moet je eerst de bal opgooien en daarna met het racket over het net slaan. Over het net moet de bal binnen het hiervoor bedoelde vak landen. Als dit niet het geval is, verlies je het punt.
Raakt de bal bij het serveren het net, dan moet er opnieuw geserveerd worden. Hierbij is nog wel een verschil tussen of de bal binnen of buiten het hiervoor bedoelde vak landt. Als de bal binnen het vak landt, mag je opnieuw beginnen aan je eerste service. Is de bal buiten het vak geland, ga je door naar je tweede service.
Per punt heb je twee service beurten om ervoor te zorgen dat het spel wordt gestart. Lukt dit niet? Dan heb je het punt verloren.
Binnen een game wisselt de service beurt alleen bij een tiebreak. Na iedere game wisselt de servicebeurt. Ook wisselt het per set wie er mag beginnen met serveren.
Hoe werkt een game binnen tennis?
Binnen een game kan je punten scoren, Deze telling gaat als volgt:
- 0 punten bij geen punt ( ook wel ‘love’ genoemd).
- 15 punten bij het eerste punt.
- 30 punten bij het tweede punt.
- 40 punten bij het derde punt.
- Game bij het vierde punt*
De speler dient altijd met twee punten verschil te winnen. Lukt dit niet, komt de stand uit op 40-40. Dit wordt ‘deuce’ genoemd. Vervolgens is het aan de tennissers om nog twee punten te spelen. Degene die vervolgens als eerste het punt wint, krijgt het ‘advantage’. Wint deze speler ook het laatste punt? Dan is de game beëindigd. Wint de ander? Dan staat het weer gelijk en wordt er weer opnieuw gespeeld om ‘advantage’ te krijgen. Dit gaat net zo lang door tot een van de tennissers de game wint met 2 punten verschil.
Wanneer win je een set?
Een match wordt meestal gespeeld in twee sets. Bij de prof tennissers worden er bij grote toernooien soms drie sets gespeeld. Denk dan aan een Grand Slam of Masters.
Een set kan worden gewonnen bij het winnen van 6 games. Let op, de speler dient dan wel met 2 games verschil te winnen. Is het 6-6 in games? Dan kan er worden doorgespeeld tot er een verschil is van 2 sets, óf er komt een tiebreak. Lees hier wat een tiebreak is.
Tennistermen
Binnen de sport tennis heb je diverse tennistermen die niet voor iedereen duidelijk zijn. Hieronder leggen we uit wat de meest gebruikte tennistermen betekenen.
Ace – Bij een ace scoort de tennisser die de bal serveert direct een punt, zonder dat de tegenstander de bal raakt.
Advantage – Degene die na 40-40 op voorsprong komt, degene die dus in het ‘voordeel’ is.
Backhand – Als een speler met zijn backhand slaat, wil dat zeggen dat het racket voor het lichaam van de speler langs is en de handpalm naar zichzelf wijst.
Break – Een break kan gemaakt worden door een game te winnen terwijl de tegenstander aan het serveren is.
Break point – Als een speler een break point krijgt, is deze 1 punt verwijderd van het winnen van een break.
Deuce – Dit is een gelijke stand, dus 40-40.
Dropshot – Bij een dropshot slaat een van de spelers de bal zo dat deze net over het net op de grond valt.
Forehand – Als een speler een forehand slaat wordt er geslagen met de handpalm naar voren en staat de speler in een open houding.
Game – Onderdeel van een set. Er zijn 6 sets in elke game.
Game point – Als een speler een game point krijgt, is deze 1 punt verwijderd van het winnen van een game.
Grand slam – Een grand slam is het winnen van een van de vier belangrijkste tennistoernooien van het jaar. Dit zijn de Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en US Open.
Matchpoint – Is er nog maar één punt nodig om de wedstrijd te winnen? Dan spreekt men van een matchpoint.
Return – Sla je de bal succesvol terug nadat er geserveerd wordt? Dan noemt met dit een return
Service – De eerste slag van een game. Sla je een verkeerde service? Dan mag je eenmaal opnieuw serveren zonder puntverlies. Hierop is één uitzondering, dat is in het geval van een goede service die wel het net heeft geraakt. In dat geval mag je je huidige service beurt over doen.
Set – Na het winnen van 6 games ontvang je een set.
Smash – Bij een smash slaat een speler een hoge bal met heel veel snelheid. Een slash wordt ook wel vergeleken met een service.
Tiebreak – In een tiebreak werkt de puntentelling als volgt: 1,2,3 etc. Degene die als eerste 7 punten haalt, wint de tiebreak.
Topspin – Een speler kan een bal met topspin naar zijn tegenstander slaan. Dat wil zeggen dat de bal met effect en veel snelheid wordt geslagen. Dit zorgt ervoor dat de bal snel naar de grond gaat en heeft daarnaast een ander effect als het de grond raakt.
Naast deze tennistermen zijn er nog diverse andere termen die binnen de sport gebruikt worden. Heb jij een tennisterm die je mist in dit rijtje? Laat het ons weten in de reacties!
