Volleybal is een balsport die over de hele wereld wordt gespeeld. Voor een toeschouwer kan het spelletje er vrij eenvoudig uitzien; twee teams moeten proberen de grond bij de tegenstander te raken met de bal. In het midden van het veld hangt een strakgespannen net waar de bal eerst nog overheen moet. Maar volleybal is veel meer dan dat. Het is een intensieve sport en er komen ontzettend veel regels bij kijken. Wil je weten op welke manier volleybal gespeeld wordt? Dan ben je bij deze blog op het juiste adres!
1. De speelruimte
Het veld
Volleybal wordt gespeeld op een rechthoekig veld dat door een net verdeeld is in twee helften. Het gehele veld is achttien meter lang en negen meter breed. Een helft heeft een vierkante vorm van negen meter lang en negen meter breed. Ieder team heeft een eigen helft. Op en om het veld zijn een aantal lijnen zichtbaar. Zo is er de aanvalslijn. Deze lijn is aan beide kanten van het veld zichtbaar en op drie meter afstand van het net vandaan geplaatst. Het gebied tussen de aanvalslijn en het net is de voorzone. De overige lijnen zijn de achterlijnen en zijlijnen. De achterzone is het gebied tussen de aanvalslijn en de achterlijn. Deze lijnen maken zelf ook nog deel uit van het speelveld.
Het net
In het midden van het veld is een middellijn gemarkeerd. Boven de middellijn hangt het volleybalnet. De hoogte van het net hangt af van de teams die spelen. Bij de dames is het net bevestigd op een hoogte van 2,24 meter. Bij de heren hangt het net een stukje hoger: 2,43 meter. De bovenkant van het net bestaat uit een witte rand. Dit wordt de netrand genoemd. De netrand heeft een breedte van zeven centimeter. De randen aan de zijkanten van het net noemen we de witte zijbanden. Deze zijn vijf centimeter breed. Aan het net zijn antennes bevestigd ter hoogte van de zijlijnen. Wanneer een bal het net overgaat, moet deze tussen de twee antennes door gespeeld worden.
Zones naast het veld
Buiten de lijnen van het speelveld zijn er nog een paar belangrijke sectoren, zoals de servicezone. De servicezone of opslagzone bevindt zich achter beide achterlijnen en heeft, net als het veld, een breedte van negen meter. Zoals de naam al zegt, wordt deze sector gebruikt voor de service: het opslaan van de bal. Naast de servicezone is er ook een wisselzone. De wisselzone is het gebied vanuit waar je spelers kunt wisselen. De zone ligt naast het speelveld en is tussen de twee aanvalslijnen geplaatst.
Zones buiten het veld
Er zijn ook enkele zones buiten het veld, bijvoorbeeld de opwarmingszone en strafzone. De opwarmingszone is voor spelers die een warming-up moeten doen, omdat ze het veld in gaan komen. Het gebied is een vierkant van drie bij drie meter en is geplaatst in de hoek van de zaal. Elke speelkant heeft een opwarmingszone. De strafzone is voor spelers of speelsters die het veld moeten verlaten, nadat zij een overtreding zijn begaan. Zij moeten hun straf uitzitten in de strafzone: een kleine ruimte van een meter breed en een meter lang.
2. De spelers
Volleybal wordt gespeeld met zes spelers of speelsters per team in het veld. Een volleybalteam bestaat altijd uit de volgende type spelers:
- Twee passers of lopers: Dit zijn spelers die de service van de tegenpartij ontvangen en zorgen voor de verdediging. Zij zetten vaak een aanval via de buitenkant op.
- Twee middenaanvallers: Deze aanvallers zorgen voor een aanval door het midden, verdedigend gezien proberen zij de ballen van de tegenstander te blokken. Middenaanvallers zorgen ook voor de service.
- Een diagonaal; Een diagonaal staat diagonaal ten opzichte van de spelverdeler. Deze speler valt aan op rechts. In de verdediging helpt hij niet om ballen te verwerken, zodat hij voldoende tijd en ruimte heeft om aan te vallen.
- Een spelverdeler; De spelverdeler krijgt zo vaak mogelijk de tweede bal. Bij het raken van de tweede bal zorgt de verdeler ervoor dat zijn teamgenoten kansen krijgen om te scoren.
- Een libero: Dit type speler mag alleen in het achterste gedeelte van het spel ingewisseld worden voor iedere speler. Een libero is getraind op het verdedigingen en het passen. De libero heeft een ander kleur shirt aan dan de rest van het team en valt daarmee extra goed op.
Drie spelers staan achterin en drie spelers staan voorin in de voorzone. De meest gebruikte opstelling is:
Diagonaal | Middenaanvaller | Passer of loper |
Passer of loper | Middenaanvaller | Spelverdeler |
De spelers in de witte vakken in de tabel staan in de voorzone. De spelers in het grijze vak staan in de achterzone.
3. De puntentelling
De sets
Bij volleybal gaat het erom welk team als eerste drie sets wint. Een set kun je winnen door als eerste 25 punten te scoren. De 25 punten moeten wel gehaald worden met een voorsprong van twee punten, dus bij een stand van 24-24 wordt het spel doorgespeeld tot er een verschil is van twee punten. Wanneer het gelijk op gaat en het in sets 2-2 staat, wordt de winnende set tot maar 15 punten gespeeld, ook hierbij geldt de regel dat er een puntenverschil van twee moet zijn.
Punten scoren
Wanneer het team een rally wint, krijgt het een punt en het recht om de bal te serveren. Daarnaast moeten de spelers allemaal een plaats doorschuiven. Dit gebeurt met de klok mee. Bij volleybal verdien je punten als:
- De bal de grond raakt bij de tegenstander;
- De tegenstander de bal uit slaat, dus buiten de lijnen van het veld;
- De tegenstander een voetfout maakt, dit is een fout waarbij een speler buiten de lijnen stapt;
- De tegenpartij het net hinderlijk of expres raakt: een netfout;
- Een tegenstander de bal twee keer achter elkaar raakt;
- Een tegenstander de bal te lang aanraakt, door de bal bijvoorbeeld te dragen.
4. Belangrijkste regels
Dit zijn de belangrijkste regels tijdens het volleyballen:
- Je mag de bal nooit meer dan een keer achter elkaar aanraken. Dit vervalt wanneer de bal tijdens een blok twee keer wordt aangeraakt.
- Je mag de bal niet te lang aanraken. Je mag de bal dus niet dragen of vastpakken.
- Een team mag maximaal drie keer raken, na de derde keer moet de bal over het net heen worden gespeeld.
- Een bal mag de antennes van het net niet aanraken.
- Het net mag niet geraakt worden, gebeurt dit wel? Dan wordt dat gezien als een netfout.
- Spelers mogen niet onder het net door naar de tegenstander. Ook mogen je voeten niet over de lijnen komen te staan. Dan is er sprake van een voetfout.
- Je scoort punten door fouten van de tegenpartij of door met de bal de grond te raken bij de concurrentie. De bal moet dan wel binnen of op de lijn gespeeld worden.
- Als een team een punt verdient, verdienen zij ook het servicerecht.
- Per set mag een team maximaal zes keer wisselen. Een gewisselde speler mag niet in dezelfde set terug worden gewisseld.
- Ieder team heeft het recht per set twee time-outs aan te vragen. Een time-out duurt dertig seconden.
Achterspelers mogen de bal niet over het net spelen als hij in de voorzone staat en de bal zich hoger dan de rand van het net bevindt.